Carla Dik-Faber, oud-Tweede Kamerlid, gaf een presentatie over de Sustainable Development Goals oftewel Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen. Aansluitend vroegen we haar hoe ze tegen de lokale ontwikkelingen in Veenendaal aankijkt en welke rol het thema duurzaamheid in de opvoeding heeft.
Hoe belangrijk vindt u het om het thema duurzaamheid mee te nemen in de opvoeding?
”Ik vind het heel belangrijk om mee te nemen in de opvoeding en het door te geven aan je kinderen. Zelf probeer ik dat ook te doen en dat gaat best wel eens met vallen en opstaan. Maar ik probeer echt de goede keuzes te maken. Wat mij opvalt is dat onze jongeren met dit thema soms al verder zijn dan hun eigen ouders. Kijk bijvoorbeeld naar de klimaatprotesten, het zijn veel scholieren en jonge mensen die vooropgaan. Zij zien in dat onze manier van leven en werken tegen zijn grenzen aanloopt. En dat zoals onze ouders het gedaan hebben, dat wij het zo niet meer kunnen doen. Het moet gewoon echt anders. Dus ik vind het heel mooi om te zien dat jongeren dit thema misschien wel meer omarmen dan de oudere generaties.”
Heeft u vroeger van uw ouders al iets meegekregen over duurzaam omgaan met de aarde?
”Ja, absoluut. Het woord klimaatverandering had ik nog nooit gehoord en ik vraag me af of de term duurzaamheid toen ooit gevallen is. Maar we hadden het thuis wel heel vaak over het milieu. Toentertijd was ook een moment dat er veel milieuvervuiling was, de lucht was vies, het water, de zeeën. Dus daar waren we veel mee bezig. We hadden het thuis ook niet breed. De spullen die we kochten wilden we lang gebruiken en in plaats van weggooien repareerden we dingen. Het hielp daarbij wel dat mijn ouders erg handig waren. Mijn vader en moeder kwamen van de boerderij dus ze wisten hoe belangrijk voedselproductie was en is. In Nederland wordt een derde van ons eten weggegooid, door consumenten, in de supermarkt, dat gebeurt op allerlei plekken. Weggooien van voedsel was er bij ons echt niet bij. Dus dat zijn verschillende punten waar we vroeger thuis mee bezig waren.”
Wat geeft u uw dochter concreet mee over duurzaamheid?
”Zij krijgt natuurlijk mee hoe wij ons leven proberen vorm te geven. Als we op vakantie gaan letten we op hoe we dat zo duurzaam mogelijk kunnen doen, ook qua vervoer. Dan moet ik er direct bij zeggen dat we heus wel een keer met het vliegtuig op vakantie zijn geweest. Maar we proberen andere keren niet te ver weg te gaan, bijvoorbeeld door in de Oostenrijkse bergen te gaan wandelen. We eten zo veel mogelijk met de seizoenen mee en biologisch. Ook hebben we duurzame energie en een groen dak. Mijn dochter mag van mij niet bij de Primark shoppen want dat is weggooi kleding. Ik wil dat ze leert dat mensen een eerlijk inkomen verdienen en dat je dan wat meer moet betalen maar dat dit te maken heeft met rechtvaardigheid. Dan koop je wel wat duurder maar dan gaan dingen ook langer mee en dat is duurzamer.”
Hoe ervaart uw dochter dat? Is ze daar tegendraads in of begrijpt ze het ook goed?
”Ze is 17 jaar dus af en toe zit ze echt wel te mopperen van ‘jij weer met je duurzaamheid’. Maar goed, ze doet regelmatig boodschappen voor ons en dan komt ze met biologische producten thuis, dan weet ik dat ze het goed heeft begrepen.”
Wat zijn lokale ontwikkelingen die u prettig stemmen?
”Wat ik een mooi voorbeeld vind zijn de stadsakkers. Die zitten in Veenendaal-Oost en zijn onderdeel van missie 0318. Er zijn veel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt bij betrokken. Ze telen daar groentes die vervolgens naar de voedselbank gaan, waar dacht ik zo een tweehonderd gezinnen van afhankelijk zijn. Zij kunnen de groentes gewoon heel goed gebruiken. Het is lokaal, het is met de seizoenen mee, echt een topinitiatief. Daarnaast vind ik dat Veenendaal ook heel goed bezig is met de energietransitie. Daar kun je echt overal informatie over vinden en er zijn verschillende regelingen beschikbaar.”
Welke dingen zouden er nog beter kunnen? Waar zouden de accenten nog meer gelegd op kunnen worden?
”Wat ik merk als ik ga winkelen is dat ik geen duurzame kleding kan kopen. Daarvoor moet ik naar de grote stad, dat vind ik jammer. De duurzame kleding die ik vandaag draag is door Irma Borgsteede, een Veense ontwerpster, ontworpen dus daar zou ik naartoe kunnen. Maar het duurzame winkelaanbod op het gebied van kleding mag echt verbreed worden.”